Daar sta je dan, letterlijk tussen je lege handen in. In de ene hand dat wat er was en waar je niet meer naar terug kunt en in de andere hand de nog onbekende toekomst. Burn-out… Doodop, in de war, machteloos, angstig en stuurloos ronddobberend in een niemandsland.
Neem maar contact op als het weer goed met je gaat, zei de arbodienst in juni. Maar wat is goed! Volgens de bedrijfsarts is mijn gevoel van paniekerige onrust na 2 maanden een teken dat het tijd wordt dat ik langzaam weer ga re-integreren.
Mail lezen, verwijderen of doorsturen, maximaal 2 x 2 uur per week. Na 3 kwartier is mijn hoofd veranderd in een bijenkorf en sla ik niets meer op van wat ik lees.
Voeling houden met de werkvloer is ook wenselijk en daarvoor is het goed om elke 2 weken een kop koffie te gaan drinken op kantoor. Na een nacht slecht slapen kost de rit ernaartoe al veel energie, maar het is natuurlijk ook weer een goede test. En je moet zeker niet naar jezelf luisteren als je 2 kilometer van huis eigenlijk al weet dat dit toch geen goed plan is. Gewoon doorzetten Sas, het is afgesproken en wat moeten ze wel niet van je denken!
Ze denken niets, het overgrote deel heeft niet eens tijd voor een kop koffie en een praatje. Had ik aangegeven dat ik zou komen? Ik had wel gemaild dat ik die dag wilde komen, maar geen tijd afgesproken. Dat voelt namelijk alsof er een soort receptie voor je ingepland moet worden. Het is juist fijn om iedereen spontaan even te zien en te spreken, toch?
Na een half uurtje hou ik het weer voor gezien, het is pijnlijk duidelijk dat niemand onmisbaar is.
Om m’n suizende hoofd niet te kunnen horen en me te kunnen concentreren op de weg, rij ik met de radio keihard aan terug naar huis. De buurvrouw komt verschrikt naar buiten en vraagt of het wel goed met me gaat, zo lijkbleek en grauw kom ik uit de auto. Ik ben zo verschrikkelijk uitgeput dat ik bijna gelijk m’n bed in duik, maar slapen lukt niet. Teveel adrenaline, te moe en frustratie zijn slechte ingrediënten voor een ontspannend middagdutje.
Dan maar naar buiten om de bovenkamer misschien weer helder te krijgen. Ik ben zelfs blij dat het hard regent, de regendruppels die op de paraplu kletteren zorgen ervoor dat ik mijn hoofd niet kan horen zoemen.
In het bos is het heel rustig en na ruim een uur merk ik dat het ook van binnen stiller wordt. Ineens weet ik het, ik moet stoppen met moeten. Stoppen met mezelf dwingen omdat ik wil dat het beter gaat met me. Stoppen met alles onder controle willen houden, m’n hoofd en lijf willen gewoon niet meer op karakter door. Gelukkig maar dat ik niet onmisbaar ben, ik zie wel hoe lang het duurt voordat het weer goed met me gaat!
Ik weet alleen nog niet hoe…
Photo by Milada Vigerova on Unsplash
Wauw! Zo beeldend verwoord. Zo knap om te delen.
Ik voel je woorden binnenkomen.
Ik huil met je mee. En er komt een moment dat het beter gaat. Echt. Tot dan ben ik een luisterd oor en een lezend oog.
Kus
Dank je wel, ik ben blij met je mooie woorden en al helemaal met je luisterende oor. Zo lief dat je er bent!