“Krijg je er wel energie van?”
De simpele vraag komt binnen en blijft hangen.
Op het moment dat ik er verder over nadenk zit ik buiten, genietend van een zwoele herfstavond op een prachtige plek. Ik kijk uit op het licht van de vuurtoren van Vlieland en de nieuwe maan hangt als een vraagteken in de lucht. Op deze lichtloze plek schittert de Melkweg met zijn eindeloze diepte boven me. Ik ben er nog elke keer diep van onder de indruk.
Een week vakantie na 3 maanden werken. De rust van even niets moeten voelt goed. En vooral geen wekker, want de nachten zijn soms weer lastig. Als ik dan wakker word heb ik vaak moeite om weer in slaap te komen en ook moet ik regelmatig alle zeilen bijzetten om m’n gedachten rustig te houden. Het voelt ook heel ongemakkelijk, want waarom komt die twijfel nou toch weer terug? Word ik dan nog steeds voortgestuwd door een heilig moeten? Moet ik mezelf nog steeds bewijzen dat ik gewoon mee kan doen met de rest? Of durf ik toe te geven dat de lat eigenlijk nog steeds te hoog ligt en dat werken en alle gedoe eromheen teveel energie kosten. En dat ik mezelf daarmee keer op keer een stapje verder wegduw van de eerste plek.
Kijkend naar de Melkweg realiseer ik me dat ik eigenlijk maar een nietig iets ben in dat grote geheel. Dat dit alles er al miljarden jaren is en ik nog maar net 56. En dat het na mijn leven nog wel miljarden jaren door zal blijven gaan.
Ik bedenk me dat onrust misschien wel de kern van mijn zoektocht is en dat ik er nu voor de derde keer in twee jaar voor weggelopen ben. Toen ik de beslissing nam dat werken als doktersassistente niet mijn toekomst was, ben ik gauw een zijstraat ingeschoten om van dat ongemakkelijk gevoel af te komen. Want ik had een vrijstelling van het UWV gekregen om naar school te gaan en hoe ging ik uitleggen dat het eigenlijk een verspild jaar was geweest. Wat natuurlijk niet zo is, want ik had daardoor wel de leuke baan in een leuk team in de zorg gevonden. Dacht ik…
Het loopt anders dan verwacht en het zoemende waarschuwingssignaal in mijn hoofd laat steeds duidelijker merken dat het niet goed gaat. Voorzichtig vraag ik mezelf af hoe het zal het voelen als ik me niet meer verzet. Wat zal er dan gebeuren? Durf ik erop te vertrouwen dat het antwoord achter de onrust ligt? Om daar achter te kunnen komen zal ik bij de volgende splitsing stil moeten blijven staan.
Vanmorgen heb ik daarom aangegeven dat ik ga stoppen met werken. Ik ontsla mezelf van de verplichting om vast te blijven houden aan iets wat niet goed voor me is en ga alleen maar leuke dingen doen.
En ik prijs mezelf ongelooflijk gelukkig met het liefdevolle vangnet dat er altijd voor me is…
Photo by Tommy Lisbin on Unsplash